Hieronder staan een tweetal artikelen, geschreven door kand. M. van Mourik. U wordt gevraagd om via de mail te reageren op deze twee artikelen. U zult van hem een reactie krijgen. U kunt hem bereiken via het volgende mailadres: martijnvanmourik@live.nl

Hieronder zijn artikelen:

1)  Preken is zilver, zwijgen is goud?

Over het appel in de preek

 

Enige tijd geleden woonde ik een begrafenis bij van een persoon met een publieke functie. De rouwdienst voorafgaand aan de begrafenis werd geleid door twee predikanten. Het thema van de verkondiging (zo werd het op de liturgie aangekondigd) was: ‘Laat u met God verzoenen!’ In deze woorden uit de tweede brief aan de Korinthiërs zit een sterk appel aan de lezers en hoorders om zich te laten verzoenen. ‘Laat u (…) verzoenen’, het is dus zelfs een opdracht om dit te doen. Is het passend om in een rouwdienst van een persoon met een publieke functie zo’n appel uit te doen gaan? Is het überhaupt passend bij een rouwdienst? Of nog sterker, is het passend om dit in een willekeurige preek te doen?

 

In de moderne preekkunde ligt de nadruk op de zogenoemde open tekst. Daarbij wordt een vergelijking gemaakt met poëzie. Wanneer je een gedicht leest, is het niet direct duidelijk wat de schrijver ermee wil zeggen. De lezer wordt uitgedaagd om zelf te zoeken naar de betekenis van zo’n gedicht. Daarmee kan de betekenis van persoon tot persoon dus ook verschillen. Vervolgens wordt gezegd dat dit geldt voor literatuur in het algemeen, zulke boeken willen je als persoon veranderen en dat doen ze door open te zijn, te zwijgen over een duidelijke boodschap. Zo wordt het spreken (van een boodschap) zilver en het zwijgen (over een boodschap) goud.

 

Geldt dit ook voor de Bijbel en voor preken? Is ook de Bijbel een open tekst, waarin een ieder zijn of haar betekenis moet zoeken? De moderne preekkunde zegt hier volmondig ja op! Ja, de Bijbel is literatuur en daarom open. Ja, de Bijbel is niet eenduidig en daarom open. Ja, iedereen moeten zoeken naar zijn of haar betekenis in de Bijbel.

 

Echter dit gaat tegen de Bijbel zelf in, waar we kunnen lezen in Johannes 20:31: ‘Maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam.’ En dit is niet de enige plaats, maar op talloze plaatsen klinkt er een duidelijk appel uit de Schrift die geen andere interpretatie toelaat zoals de vermaningen in de brieven van Paulus, waaronder het hierboven genoemde appel: ‘Laat u met God verzoenen.’ In de tweede Petrusbrief wordt in vers 16 genoemd dat er mensen zijn zaken uit de Schrift verdraaien tot hun ondergang. De uitleg en de betekenis van de Bijbel is dus geen onbelangrijke zaak. In dezelfde brief wordt het Woord net als in psalm 119 vergeleken met een licht waarop men koers moet houden, wanneer dit licht voor ieder anders kan zijn(dit stelt de moderne homiletiek feitelijk), hoe kan men er dan koers ophouden zonder te vergaan? Dit is ook in lijn met wat onze belijdenis zegt in bijvoorbeeld artikel 5 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Daarin wordt ten slotte de diepste grond gegeven voor de vastheid van het getuigenis van de Bijbel, namelijk dat de Heilige Geest ervan getuigd in de harten.

 

Daarom is het appel in de prediking ook nodig. De Schrift geeft een boodschap van God door en deze mag door de predikant worden doorgegeven aan de samengekomen mensen. In dit geval geldt dus: ‘Zwijgen is zilver, preken is goud!’

 

2) Normen voor vormen

Een artikel over rituelen binnen de liturgie

 

Wanneer je een kerkdienst in een ander kerkverband bezoekt en soms zelfs als je een kerkdienst in andere gemeente binnen hetzelfde kerkverband bezoekt, kun je je in een andere religieuze wereld wanen. Waar in de ene gemeente alles voor in de kerk door anderen gedaan wordt, heeft in een andere gemeente iedereen ruimte om iets te doen. Waar in de ene gemeente vooral de preek centraal staat, heeft de preek in een andere een veel lagere positie. Waar in de ene gemeente allerhande muziekinstrumenten worden gebruikt, klinkt in een andere gemeente enkel het orgel. Zo zou er nog een lange lijst te maken zijn van verschillen die soms groter en soms kleiner zijn.

 

Wanneer je een voor jezelf vreemde dienst bezoekt, kan de vraag boven komen of dit allemaal klopt. Zijn al die verschillen toegestaan? Zijn die verschillen iets wat we moeten koesteren en bevorderen of moeten we ze afkeuren en verdrijven?

 

Binnen de wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoeken van de liturgie, de liturgiek, is een beeld op dit moment erg bekend en dominant. Het is het beeld van een groot wit vel papier met op dat vel allerlei zwarte vlekken. Die vlekken verschillen in vorm, in grootte en in plaats op het vel papier, maar staan daar allemaal op. Volgens de onderzoekers is het zo ook met de verschillende rituelen. Al die rituelen staan als het ware op een groot wit vel en verschillen allemaal van elkaar. Sommige rituelen zijn groot, andere zijn klein. Sommige rituelen staan dicht bij elkaar, terwijl andere juist heel ver uit elkaar liggen. Ze staan echter allemaal op dat grote witte vel. Het witte vel papier staat dan voor iets diepers, een religieuze laag buiten het bereik van mensen. Een laag waar we vrijwel niets over kunnen zeggen, omdat deze buiten ons om gaat. Deze wetenschappers zeggen dat al die rituelen goed zijn en dat niet een ritueel beter is als het andere, omdat ze allemaal op dat grote witte vel papier passen.

 

Opvallend is dat binnen dit beeld de Bijbel niet naar voren komt. Heeft deze geen rol in het bepalen van wat wel en niet kan als ritueel? Juist dat Boek wat de Gods openbaring voor ons bevat, zou dat hierover niets te zeggen hebben?

 

Om voort te bouwen op het beeld van de liturgiek zou ik willen stellen, dat de Bijbel als het ware dat witte vel papier moet zijn. De Bijbel is de grond waarop rituelen kunnen ontstaan en blijven bestaan. Daarmee bepaald dus ook de Heilige Schrift of een ritueel wel en niet op het vel past, het kan dan zijn dat sommige zwarte vlekken buiten het witte vel vallen en daarmee dus verkeerde rituelen zijn. Als normen denk ik hierbij aan bijvoorbeeld de inhoud van de psalmen als kader en voorbeeld voor het schrijven van geestelijke liederen. Een andere belangrijke norm is Romeinen 10:14 en 15, waar Paulus het belang van de prediking benadrukt, zou dit dan ook niet het centrum van onze erediensten moeten vormen? Andere zaken waar over nagedacht zou kunnen worden zijn bijvoorbeeld de tempeldienst, de beschrijving van de eerste gemeenten in Handelingen en de brieven van onder andere Paulus.

 

Zo vormt de Bijbel het witte vel papier waarop de rituelen, de vormen gegrond moeten zijn. Het blijft dan mogelijk dat rituelen van gemeente tot gemeente, van land tot land en van werelddeel tot werelddeel verschillen. Wanneer ze binnen het kader van de Bijbel blijven, zijn het toegestane rituelen. Als de zwarte vlekken echter buiten het witte vel vallen, dan zijn dit verkeerde rituelen. Op deze manier zijn er dus normen voor de vormen!